Aflossingsvrije hypotheek en spaarhypotheek verder in het nauw
De rente op aflossingsvrije- en spaarhypotheken is ten opzichte van andere hypotheekvormen flink toegenomen. Voornaamste reden is dat met name banken voor dit soort hypotheken een steeds hogere risico-opslag rekenen, meldt het FD in haar berichtgeving.
Tussen een aflossingsvrije hypotheek en annuïtaire lening met een looptijd van 20 jaar kan het renteverschil al oplopen tot 0,85%. Bij het bestuderen van de cijfers valt op dat bijna uitsluitend de banken verantwoordelijk zijn voor het renteverschil. ABN Amro vraagt 0,5% meer voor een aflossingsvrije hypotheek, bij ING staat de risico-opslag voor de oude hypotheken al op 0,85%. De meeste verzekeraars en kleinere hypotheekbanken lijken vooralsnog een kleine of helemaal geen risico-opslag
Hypotheken met risico-opslag
Aflossingsvrije- en spaarhypotheken zijn leningen waar gedurende de looptijd niet op wordt afgelost. Gecombineerd met de in 2013 afgeschafte hypotheekrenteaftrek is het risico van deze hypotheekvormen daarmee groter dan bij hypotheken met tussentijdse aflossing. Volgens de wet moeten banken bestaande en nieuwe klanten echter dezelfde rente aanbieden. De renteverschillen ontstaan doordat banken wél vrij zijn een risico-opslag op de rente te hanteren.
Rentetarief gebruikt voor hypotheekkeuze
Naast een hogere risicowaardering voor hypotheken zonder tussentijdse aflossing, heeft de risico-opslag op dergelijke hypotheken ook een ander motief. In de berichtgeving van het FD bevestigen ING en ABN Amro dat ook sturing een reden is voor de hogere rente. “We stimuleren onze klanten om voor een hypotheekvorm te kiezen waarbij er structureel wordt afgelost op de lening zodat er aan het einde van de looptijd van de hypotheek geen risico op restschuld is.”